Opinie: Proximus vs. Netneutraliteit

Deze opinie verscheen op 26/12/2017 in de papieren en digitale editie van De Morgen.

Ondersteun De Morgen, koop een krant.


Taxatie versus Innovatie

Je kan het ijzer beter smeden als het heet is, ook als je er je fikken aan verbrandt. Dat moet ongeveer de gedachtegang geweest zijn van Proximus-CEO Dominique Leroy toen die enkele dagen geleden in navolging van de beslissing van het FCC in de VS een ballonnetje opliet: of de regels over netneutraliteit hier ook verzwakt zouden kunnen worden, zodat Proximus aan pakweg Spotify of Netflix extra geld zou kunnen aanrekenen voor het gebruik van de internetinfrastructuur.

Minister van Telecom Alexander De Croo (Open VLD) was er snel bij om het ballonnetje te doorprikken, en daarbovenop nog na te trappen met een “geen Trump-beleid hier”-tweet. You go, Alexander. Het is kerstmis en ik zit te supporteren voor een pittige liberaal. Wat een raar jaartje ben je geweest, 2017.
Leroy opperde dat grote internetbedrijven steeds meer capaciteit nodig hebben, en daar niets voor moeten betalen. Dit is uiteraard een drogreden, en dat weet Leroy ook. Grote spelers zoals Netflix betalen wel degelijk voor infrastructuur: zo’n hightech datacenter bouwen of huren in elke regio van de wereld is verre van gratis, en die datacenters betalen op hun beurt voor netwerkcapaciteit. Dat Proximus daarbovenop nog eens apart zou aanrekenen zou absurd zijn. Het zou vergelijkbaar zijn met een beleid waarin de overheid zowel aan Deliveroo als aan u bovenop de normale bedrijfs en -personenbelasting éxtra taks zou vragen, omdat het asfalt nu eenmaal sneller verslijt door al die vlijtige voedselbezorgers.

De uiteindelijke dupe zou overigens (zoals steeds) de eindgebruiker zijn, die in Vlaanderen dankzij het duopolie Proximus/Telenet nog steeds vastzit aan artificiële datalimieten. Een ondenkbare situtatie bij bijvoorbeeld onze noorderburen, die puur technisch gezien een gelijkaardig netwerk hebben, maar véél meer spelers op de telecommarkt. Een maandelijkse limiet is zo bereikt, dus voor zware Netflix-gebruikers zit er sowieso niets anders op dan meer op te hoesten voor een duurdere formule. Proximus zou met deze zet dus niet alleen de internetbedrijven, maar ook u een peperduur oor aannaaien. Streaming in 4K? Die 8 miljoen pixels door uw internetverbinding trekken, dat zijn bytes die de kassa doen rinkelen.

Het is niet de eerste keer dat Proximus flirt met de grenzen van de netneutraliteit: vorige zomer poogde het klanten te scoren door het dataverkeer van Pokemon Go niet te laten meetellen voor de maandelijkse datalimiet. Deze praktijk staat bekend als zero rating, het meest gefrequenteerde achterpoortje in de huidige Europese netneutraliteitwetgeving: er worden geen andere websites vertraagd of geblokkeerd, dus operatoren zien hier geen graten in. In combinatie met een datalimiet beïnvloedt je het verkeer echter wel degelijk: als vanaf volgende week alle verkeer naar een concurrerende krant wordt vrijgesteld zal De Morgen een pak minder bezoekers krijgen.

De zet van Leroy is indicatief voor de mogelijke gevolgen van een verzwakking van de netneutraliteit: Een geleidelijke afglijding naar een verdeeld internet, steeds met de nodige bobotaal omfloerst als “meer keuze voor de consument”. Nieuwe pakketten en nieuwe premiums voor “hardcore gamers”, “Netflix-addicts” of “Instagram-entrepreneurs”: welke trendy term het marketingdepartement die week ook uit de trommel haalt. U zal om de oren gemept worden met duizelingwekkende getallen, theoretische topsnelheden en gratis fluff allerhande, maar op het einde van de maand betaalt u meer voor minder.

Bedankt dus, mevrouw Leroy, om ons er met deze haast komisch slecht getimede uitspraken aan te herinneren hoe u – zittend op een gigantisch marktaandeel en dito hoop geld – wenst te reageren op nieuwe uitdagingen in een veranderend internetlandschap: met taxatie in plaats van innovatie.