Opinie: Dood aan de emoji

Deze opinie verscheen op 23/12/2015 in De Standaard avondeditie.

Dood aan de emoji

Gisteren ging de App Store van Apple even overkop toen de ‘Kimoji’-app van realityster Kim Kardashian meer dan 9000 keer per seconde gedownload werd.

De eigenares van ‘s werelds meest bekende (en in 2015 meest gegoogelde) achterwerk had namelijk het lumineuze idee om haar eigen reeks emoji’s uit te brengen. Emoji, letterlijk vertaald uit het Japans “prentjes met karakter”, zijn iconen die je kan gebruiken om je elektronische interacties op te fleuren. In dit geval betrof het variaties op mevrouw Kardashian’s borsten, billen en bijhorende mode-parafernalia.

Laat ons even het feit negeren dat je om een reeks universele prentjes voor uitdrukkingen van emotie enkel en alleen met je eigen lichaam en persoonlijkheid te branden, best wel een enorme ijdeltuit moet zijn. Laat staan om er bovendien nog eens 2 dollar voor aan te rekenen. Verwonderd over dit e-narcissisme hoeven we evenwel niet te zijn: Kim’s eega is Kanye West, een rapper/producer/modeontwerper wiens levenswerk het geworden is om steeds nieuwere dimensies te geven aan vol zijn van zichzelf, op de momenten dat het koppel niet aan het brainstormen is over idiote kindernamen.

Hoe is het dan te verklaren dat er gisteren per seconde zo’n €16.474 over de Apple-toonbank vloog? Ik deed de test – dat is 2 dollar minder voor jullie dit jaar, Artsen Zonder Grenzen! – en heb me vervolgens een punthoofd gepiekerd over welke sociale interactie ik zou kunnen bezegelen met een stel massieve, van champagne druipende billen. Ik moet u het antwoord schuldig blijven, maar wil bij deze mijn familie reeds waarschuwen voor mijn elektronische kerstwensen dit jaar. Als kind van de internetgeneratie verbaast het me natuurlijk niet dat we nieuwe, frisse, absurde manieren zoeken om te communiceren. Maar waar is dat rebelse, die punk naartoe als we beslissen om deze te koppelen aan blinde idolatrie?

Misschien ligt het probleem reeds bij het concept van emoji zélf. Vroeger, toen de dieren nog spraken en Wilfried Martens nog een hitsige tachtiger was, waren we aangewezen op emoticons: inventieve combinaties van leestekens die – mits een 90-graden-tilt van het hoofd – een gelaatsuitdrukking wisten over te brengen. Een zekere vorm van verbeelding en fantasie was vereist, maar daar lag net de charme. Nu hebben we apparaten die we met gemak alle kanten op kunnen draaien en full-color emoji’s voor elk sentiment, instrument én nationaal monument. We hebben een prentje voor een lachende drol en voor elke stand van de klok. Probeer u iets nuttelozer voor te stellen, terwijl de toetsen van een hoop perfect bruikbare leestekens verder bestoffen. Of wanneer hanteerde u het laatst een puntkomma?

In mijn nachtmerries bestaat de jeugd van morgen uit moderne holbewoners wiens spectrum aan communiceerbare emoties beperkt wordt door de beschikbaarheid van emoji packs. Een overdrijving voor komisch effect, ik weet het, maar toch: Dood aan de emoji. Sta me toe om die strijdkreet kracht bij te zetten door kordaat een tafel om te gooien. (╯°□°)╯︵ ┻━┻.