Opinie: De Digital Native is Digitaal Naïef

Deze opinie verscheen in de papieren en elektronische versie van De Standaard op 12/01/2017.


Uit een recent onderzoek van de universiteit van Stanford bij meer dan 7000 kinderen en jongeren uit de lagere en middelbare school blijkt dat het érg slecht gesteld is met hun kritische houding bij het gebruik van digitale media. Jongeren kunnen hun laatste zieke dab zonder problemen in een Snapchat-story pleuren terwijl ze likes verzamelen op hun Instagram-selfies, maar zijn zich niet bewust van het digitale spoor dat ze met deze interacties achterlaten. Ook het kritisch omgaan met content – van advertenties tot zogenaamd fake news – laat de wensen over.

Meer dan 80% van kinderen op de lager school kon ‘sponsored content’ niet onderscheiden van normale artikels. Meer dan driekwart van de middelbare scholieren nam valse foto’s voor waar aan, en kon geen echt van nepnieuws onderscheiden op Facebook. De eerste generatie van digital natives scoort dus belabberd.

Erg verwonderlijk is het natuurlijk niet. Meer dan ooit worden we gebombardeerd met informatie, uit steeds diversere bronnen, op maat gefilterd door steeds diversere sociale media, voor ze via een opdringerige notificatie onze toestellen bereiken. Vroeger reisden feiten via journalisten naar een redactie, om de volgende dag in de krant te belanden. Nu worden feiten verminkt door een leger amateur- en professionele opiniemakers, en vervolgens 24/7 rechtstreeks op een eigen online platform gepubliceerd. Daarna gaan al deze artikels een eigen leven leiden, rondbotsend in onze sociale bubbels en commentaarsecties op de sociale media-app du jour. Geen wonder dat niet alleen de gemiddelde jongere moeite heeft met zijn of haar houding tegenover online media.

Hoe kunnen we kinderen en jongeren aanmoedigen om een gezonde houding te kweken tegenover digitale content? Kritisch omgaan met het internet beperkte zich in het vroegere curriculum doorgaans tot de vage waarschuwing dat “Wikipedia geen betrouwbare bron was, want iedereen kan die pagina’s bewerken”. Oh how the times have changed. Nu zou een kritische noot over het internet moeten klinken van zodra uw kind een iPad kan vasthouden.

Een goed startpunt is het begrijpen van een van de meest fundamentele evoluties van het internet in het laatste decennium: iedereen kan tegenwoordig gemakkelijk content creëren en op het internet zetten. De tijden dat dit enkel was weggelegd voor mensen met voldoende geld en computerkennis zijn voorbij. Door technologische ontwikkelingen noemt men het opzetten van een website tegenwoordig niet voor niets kinderspel. Toon kinderen hoe gemakkelijk het voor eender wie is om een blog te starten, en die er semi-professioneel te laten uitzien. Laat ze foto’s en video’s maken, bewerken en uploaden naar hun eigen website. Laat kinderen dit vooral zélf doen – werken met een Content Management System staat lekker chique op het CV van een 12-jarige.

Beperk het werken met en manipuleren van het internet ook niet enkel tot die stoffige informaticalokalen. In het laatste decennium zijn in het onderwijs reeds grote sprongen gemaakt om digitale media te incorporeren in andere vakken, maar dit moet vérder durven gaan. Hoe interessant zou het zijn om in de klas de 10 meest gedeelde berichten op sociale media wekelijks eens tegen het licht te houden?

Kinderen moeten bovendien de beweegredenen van diensten op het internet begrijpen. Inzien dat alle services die ze gebruiken (Snapchat, Facebook, Instagram, …) een businessmodel hebben waarin zij het product zijn. Hoe advertenties verkocht worden. Dat ze telkens als ze naar een website surfen en een artikel aanklikken een digitaal spoor van koekkruimels achterlaten waarop toekomstige content zal aangepast worden. Wie die schatkist aan informatie over hen beheert. Een mooie case study voor de lessen economie, me dunkt.

Een ander aspect dat niet onbelicht mag blijven, zijn de gevolgen van het internet aangaande privacy en veilige communicatie. Kinderen maken fouten, en het internet is goed in ongelofelijk veel dingen, maar vergeten is daar geen van. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om je hitsige puberjaren door te maken met een sexting-machine in je zak en een leger van pestgrage leeftijdsgenoten, maar er zijn genoeg pijnlijke verhalen om te beseffen dat jongeren hierrond niet geïnformeerd genoeg kunnen zijn. Het opbouwen van digitale relaties en bijhorend vertrouwen wordt steeds belangrijker in een wereld waarin privacy steeds vaker onder vuur ligt. Gebruik goede, unieke wachtwoorden, stuur nooit je privé-informatie over een onbeveiligd kanaal: ik ken veel gehackte volwassenen die zichzelf vervloeken dat ze die lessen niet van jongs af aan meekregen.

Tot slot: Laat dit alles niet alsjeblieft niet ondergedompeld zijn in een sfeertje van doom & gloom (het internet zit vol pedofielen! En porno! DENK TOCH AAN DE KINDEREN). Laat ons niet vergeten dat het internet een waarlijk prachtige plek is, een manier voor kinderen en jongeren om fan-tas-ti-sche dingen te maken e n zichzelf uit te drukken. Rammelende bronnen, slechte journalistiek en het manipuleren van nieuws zijn van alle tijden: er is geen reden om te vrezen we onze digital natives deze niet kunnen leren doorprikken.