Amok in Speedo’s

Disclaimer: following post is in Dutch, because it’s about a local issue. Google translate to the rescue if you’re interested!

Normaal beperk ik mij op deze persoonlijke blog tot het schrijven van lichtjes geeky stukken over graphics, programmeertalen en nuja, stukken die ergens alleen interessant zijn voor mensen die eenzelfde interessegebied delen. Ik voel me daar OK bij – schoenmaker, blijf bij je leest.

Ik ben geen begenadigd schrijver, laat staan een inspirerend opiniemaker, maar de kwestie rond de overlast in het BLOSO-domein van Hofstade, de media-coverage van het probleem en de zogenaamde ‘oplossing’ heeft de laatste tijd zoveel hypocriet stof doen opwaaien dat mijn ogen tranen. En ja, dan schrijf ik – tussen de zoute tranen door – eens een opiniestuk – hoe verhakseld en stijlloos het er ook moge uitkomen. U bent gewaarschuwd.

Amok in Speedo’s

Het probleem is al een tijdje gekend: op paasmaandag (25/04) ontstond er fikse herrie op het BLOSO-domein te Hofstade, en moest de politie uitrukken met een imposante interventie-eenheid (deredactie.be, 24/05). Onder de amokmakers, volgens de getuigen veel – en ik citeer: “allochtoon tuig uit Brussel”. Al snel werd er die namiddag met de vinger gewezen, en werden er speciale Lijnbussen ingelegd om dit janhagel terug in Brussel af te zetten – van stigmatisering gesproken. Gratis bussen, dàt wel. Mijn hand in het vuur als daar ook geen “allochtoon tuig” uit Mechelen zélf tussen hing, en ja, zelfs autochtoon schorremorrie. Maar daarover wordt geen woord gerept.

Zeilbotenhuis, hofstade

En dat is net de eerste plek waar die spreekwoordelijke bus uit de bocht gaat: BLOSO probeert effectief zijn verantwoordelijkheid af te schuiven op het hoofdstedelijk gewest, terwijl de hand best ook eens in de eigen zanderige boezem wordt gestoken: het BLOSO-domein te Hofstade ligt al 10 jaar te verloederen, en het gebrek aan structurele opdeling en de daarbijhorende sociale controle geeft amokmakers vaak vrij spel. Grote zeilgebouwen en een sport-dorp (inclusief hotel) met olympische ambities liggen er verlaten bij, gefrequenteerd door krakers en junkies. Gezellig? Allesbehalve.

Een zwemshort kan vanalles verhullen

Maar ik dwaal af: “Brussels Allochtoon Tuig” klinkt lekker (BAT!), en het was een fijne aanleiding om een reeks interviews met uitbaters van openluchtzwembaden en recreatiedomeinen te tonen:

  • Openluchtzwembad Huizingen
    • Installatie van prikkeldraad, op alle regenpijpen “waar ze inkropen”. Over wie hebben we het hier, met “ze”? “Er vraagt niemand om langs regenpijpen binnen te komen“. Een uitbater met een traumatische regenpijpervaring achter de rug vertelt lekker kordaat welke maatregelen hij genomen heeft. Een geïsoleerd geval, met weinig nieuwswaarde.
  • Openluchtzwembad Wetteren
    • Controle van autopapieren. Het is voor mij fundamenteel fout dat als ik wil gaan zwemmen, mijn autopapieren in orde moeten zijn. Ik heb geen hovercraft. Mijn auto is het vervoersmiddel om van punt A naar punt B te geraken.
    • Verbod op zwemshorts: Want dat moet “relschoppers buitenhouden. Een zwemshort kan vanalles verhullen!”. Cue dramatic music! Een zwemshort … kan vanalles verhullen! Geen haan die er naar kraait dat deze uitbaatster uit Wetteren naadloos het verband legt tussen zwemtextiel en relschopperij. Het feit dat die verdomde zwemshort dan nog eens dingen verhult (genitalia, veronderstel ik) is het toppunt!

Maar het werd nog beter: de week daarop werd in het journaal een reportage vertoond waarin de rellen van paasmaandag uit de doeken werden gedaan en een lokale grijsaard op een plan aangaf waar de probleemjongeren het domein betraden, al ware het een invasie. “Hier komen ze binnen, want daar is een bushalte!” verklaart de man, duidelijk trots op zijn deductietalent. Hij vergeet er echter bij te vermelden dat het een legale hoofdingang van het domein betreft, gesitueerd bij – inderdaad – een bushalte én NMBS-station. Handig genuanceerd, quoi!

Al snel werden in Hofstade maatregelen genomen: er werd bric-a-brac een controlepost opgezet, bemand door gedesillusioneerde champieters. Met extra  ijzerdraad werden alle gaten in de omheining (die ik als kind nota bene zelf gemaakt had) gedicht. Door deze acties konden de uitbaters vandaag, een dikke maand na de feiten, een vrolijk bericht de wereld insturen: Sfeer in Hofstade heel anders.

Sfeer is ‘anders’

Nu, dààr kan ik inkomen. De helft van de bezoekers blijft weg en de ingang oogt imposanter dan de doorsnee bagagecontrole op een luchthaven. Maar hey, op het strand kunnen we terug de brabantse modelgezinnetjes zien, die maar al te graag 25 euro neerpegelen voor een namiddag in wat ooit een openbaar domein was. ‘Het Probleem’, het metaforische monster, was bij wijze van geldelijke limiet opgelost. Op het BLOSO-strand werd de klok 25 jaar teruggedraaid, naar een tijd waarin “multiculturaliteit” voornamelijk nog een Scrabble-woord voor nerds was. De iets “culturelere” badgasten werden door het journaal aan de tand gevoeld: ze “waren hier niet om amok te maken”, vertellen de ondertitels ons. Oef!

Het probleem is uiteraard niet opgelost. Het feit dat jongeren uit Brussel graag anderhalf uur op een mottig warme bus zitten om in een suburb als Hofstade keet te gaan schoppen moet een sterk signaal zijn dat er iets mis is met de infrastructuur in het Hoofdstedelijk Gewest én de rand. Een signaal, dat op ondoordachte wijze eenzijdig is onderdrukt, ten koste van kansarme gezinnen uit Hofstade en omstreken. Ik kan u verzekeren, de appartementsblokken in Zuid-Mechelen herbergen veel gezinnen voor wie een lokaal stuk groen de énige bron van ontspanning is. BLOSO kan ondertussen de centen tellen die ze dankzij deze media-aandacht en de schijnvalse “kordate” aanpak kunnen verdienen aan een domein dat de zinsnede “vergane glorie” belichaamt.

Ik vraag mij af waar de allochtone gezinnen uit de Acaciawijk aan de Tervuursesteenweg nu met hun kinderen gaan wandelen op zondag. En als ik even de emotionele snaar mag bespelen: waar zij hun kinderen nu gaan leren spelen? Misschien moeten ze hun kleine belhamels dan maar gewoon wat laten rondhangen. Dan kunnen ze over 20 jaar klagen aan het Zilvermeer in Mol over Mechelse hangjongeren die amok komen maken.

Comments are closed.